De huidige stituatie  

 Inleiding

Het is haast onvoorstelbaar: in Almere, een gemeente met zeeën van ruimte, moet uitgerekend op de plek waar het eerste en oudste gebouw staat nieuwbouw verrijzen.
En de gemeente keurt dat goed, slopen mag. De Trekvogel is een icoon van de wording van de IJsselmeerpolders en behoort tot het cultureel erfgoed van Nederland, maar dat inzicht ontbreekt bij de gemeente Almere en bij Flevo-landschap.

 De Trekvogel aan de rand van het IJsselmeer 

 

Flevoland, Almere en erfgoed

Flevoland in het algemeen en Almere in het bijzonder presteren al sinds de polders droogvielen slecht bij het beschermen van erfgoed. Volgens Christian Pfeiffer van Erfgoedvereniging Heemschut heeft de organisatie nergens in Nederland nu zoveel te redden als in Almere. Een voorbeeld is het verdwijnen van twee brandstoftanks (de laatste twee van vier) op het Werkeiland in 2014 . In haar Waardestelling   van De Trekvogel (2014) schreef Susan Douwma: “Het gemaal, twee brandstoftanks, de Zuidersluis en –brug, de atoomschuilkelders en de beplanting vormen samen met het werkpension en zijn kantine een ensemble.” 

 De vier dieseltanks met brandstof voor het gemaal, 300 meter ten noordoosten van het dienstgebouw van de RIJP dat later bekend werd als De Trekvogel. Reden voor de enorme voorraad was het koude oorlogsdenken, net als de atoombunkers onder de dienstwoningen vlak bij De Trekvogel. Wat er ook gebeurde, het gemaal moest kunnen blijven pompen. De laatste twee tanks verdwenen in 2014 - beter was geweest ze te handhaven als landschappelijke herkenningspunten en als monumenten voor de Koude Oorlog en de start van het werkeiland. 


Laten we eerst even uitzoomen naar erfgoedbehoud in Almere en de Flevopolders in brede zin, los van De Trekvogel.
Notoir is de sloop in begin 2022 van De Beurs, het eerste gebouw in het centrum van Almere, dat ook nog eens een voorbeeld was van een bijzondere architectonische stijl. De Beurs werd in 2017 gekocht door projectontwikkelaar Van der Valk Investments. Daarop zei wethouder Tjeerd Herrema mee te willen werken aan ombouw naar woningen als de karakteristieke uitstraling van het gebouw bewaard bleef. Sloop was geen optie. Maar er kwam een ander college en Van der Valk voerde de druk op. De Commissie Welstand en Erfgoed schreef in april 2021: „Herbestemming van het Beursgebouw zou aan de transformatie van het stationsgebied een historische gelaagdheid meegeven die elke volwassen stad kenmerkt. Het houdt bovendien de lange lijn van pioniersstad, en plaats waar het architectonisch experiment de ruimte krijgt, zichtbaar.” De gemeente liet een cultuurhistorische waardestelling uitvoeren, honderden burgers tekenden een petitie, er kwam een herdenkings T-shirt, Heemschut vroeg om er een gemeentelijk monument van te maken. En uiteindelijk besliste Van der Valk. Het was volgens hen een ‘incourant’ gebouw. In juni dreigde Bas van den Nieuwenhuizen van Van der Valk mede namens andere projectontwikkelaars „dat als de gemeenteraad de sloop van De Beurs verbiedt ook alle andere ontwikkelplannen de prullenbak in gaan”, schreef Omroep Flevoland. De VVD wou „niet verzanden in een sentimentele discussie over erfgoed”. D66 wilde „voorkomen dat de ontwikkelaar wegloopt”. Volgens Ben te Raa van Heemschut Flevoland “is het college gezwicht voor de projectontwikkelaar”.

Het beeld dat Te Raa schetst van erfgoedbehoud in Flevoland in het algemeen is niet opbeurend. Uit NRC Handelsblad van 14 januari 2022

[Over] erfgoedbehoud in de Flevopolders signaleert Ben te Raa, secretaris van Heemschut Flevoland, een bizarre trend: slopen, vervolgens spijt krijgen en dan een replica bouwen. Het overkwam de kantine uit 1950 op het werkeiland bij Lelystad, gesloopt in 2010 [en een paar kilometer verder herbouwd]. De pioniersbarak waarmee Dronten in 1960 begon sneuvelde in 2012 en wordt binnenkort exact nagebouwd. […] Volgens Christian Pfeiffer [van het landelijk hoofkantoor] van Heemschut komt het door een langzaam dagend historisch bewustzijn dat wezensvreemd was bij bewoners van nieuw land waar lange tijd alleen de toekomst telde. “Almere heeft sinds kort – en dat was een heel ding – één gemeentelijk monument: het eerste politiebureau, van Rem Koolhaas.” Te Raa: “In heel Flevoland is het probleem: er komt iets nieuws en men is niet geïnteresseerd in het verleden, in de redenen waarom ergens iets staat. Men doet maar wat. Dat zou ook met De Trekvogel kunnen gebeuren.”

 Aanvraag monumentstatus voor De Trekvogel

Wat de woordvoerders van Heemschut signaleren spreekt ook uit de reactie van de Commissie Welstand & Erfgoed van Almere, die zich moest buigen over de vraag of De Trekvogel een gemeentelijk monument moest worden zoals Heemschut Flevoland op 21 juni 2021 had verzocht: de commissie kwam met een reeks argumenten waarom het eerste gebouw van de stad in hun ogen niet behoudenswaardig was. Dat schreef B&W van Almere op 2 maart 2022 aan Heemschut, deels op basis van bevindingen van de Commissie Welstand & Erfgoed. Lees en huiver:
1. De commissie Welstand & Erfgoed adviseert De Trekvogel niet aan te wijzen als gemeentelijk monument.
2. De hoge cultuurhistorische waarde van De Trekvogel zit niet zozeer in het object, maar wel in de betekenis van het gebouw en de plek voor de geschiedenis van Almere en Zuidelijk Flevoland.
3. De vervallen staat waarin het gebouw verkeert en de zeer bescheiden architectonische vormgeving maken het gebouw niet monumentwaardig.
4. Het toekennen van een ‘klassieke’ monumentenstatus en daarmee behoud van dit gebouw werkt de ontwikkeling van een nieuw bezoekerscentrum tegen en biedt daarmee minder kansen om de betekenis van dit gebouw en de plek ervan goed vorm te geven en te presenteren aan een groter publiek.
5. De toekenning van een gemeentelijke monumentenstatus maakt voor de eigenaar de ontwikkeling van het object en deze plek als bezoekerscentrum onmogelijk, qua kosten en qua functionaliteit. Het werkt de belangen van de eigenaar, maar ook de belangen van andere partijen die zich inzetten voor het bieden van kwaliteit van ontvangst van bezoekers tegen.
6. De eigenaar geeft in de zienswijze aan bereid te zijn om samen met betrokkenen te onderzoeken hoe het verhaal van de plek verteld kan worden. 

Punt 1 klopt, de rest van het bericht valt makkelijk onderuit te halen.
De hoge cultuurhistorische waarde van De Trekvogel zit niet in het gebouw maar in de plek [punt 2], schrijft B&W. Dus slopen mag als je de plek maar bewaart. Dat is onzin want een plek blijft altijd bewaard, het is onmogelijk een plek van de aarde weg te nemen. En dan, stelt B&W voor, na de sloop “onderzoeken hoe het verhaal van de plek verteld kan worden” [punt 6]. Tja.
Dat de Trekvogel in vervallen staat verkeert [punt 3] is maar half juist. Uit de Waardestelling (2021, p. 46) van Isabel van Lent: “Het gebouw bevindt zich [van buiten] in een staat van verval. […] Van binnen maakt het gebouw een totaal andere indruk. De betimmerde wandbekleding is nog grotendeels intact en staat goed in de verf. [In de tentoonstellingsruimte en ontvangstruimte] is het gebouw ook overduidelijk in een verzorgde staat gehouden.”
Dan de vervallen staat van de buitenzijde. Dat is geen noodlottige tegenvaller, zoals B&W van Almere doet voorkomen. Uit de NRC van 14 januari 2022

„Ik kom hier al decennia langs”, zegt Ben te Raa [van Heemschut Flevoland] terwijl we een ronde maken langs de schilferende buitenwand, „maar ik heb nooit gezien dat er iets werd gedaan aan onderhoud. Van iemand die dicht bij de organisatie zit weet ik dat verwaarlozing bewust beleid is geweest om makkelijker een sloopvergunning te krijgen. Dit soort gedrag verwacht je van een projectontwikkelaar, niet van FlevoLandschap dat op zou moeten komen voor het zwakke in natuur en erfgoed.” 

Dat Flevo-landschap het gebouw heeft laten vervallen sluit aan op deze zin uit een bouwkundige inspectie uit 2014: “Het gebouw is ondanks het semipermanente karakter en zijn leeftijd in goede conditie. Voor het behoud in de toekomst zou er wel werk aan moeten gebeuren.” (Waardestelling, Susan Douwma, p. 11) Oftewel: in  2014 was het nog in goede conditie, in 2022 niet meer. En daaruit volgt rechtstreeks dat de Stichting Het Flevo-landschap  in 2014-2022 niets aan onderhoud heeft gedaan.
De bescheiden architectonische vormgeving [punt 3] wordt door B&W van Almere gepresenteerd als reden te meer om het pand te slopen. Voor zover het Platform Behoud De Trekvogel heeft kunnen vaststellen leeft die zienswijze alleen bij B&W van Almere, de Commissie Welstand & Erfgoed en Flevo-landschap. Velen zien dat anders. Zoals Roelof Balk schreef op LinkedIn: “De Trekvogel is architectonisch niet van verbluffende schoonheid, het gebouwtje is niet indrukwekkend van statuur en ook geen toonbeeld van vernieuwende technieken. Het is juist overrompelend eenvoudig en lief. Onschuldig ook. En dat is nu juist de clou: die eenvoud staat voor een stukje geschiedenis en dat mag je niet zomaar weggooien.”  Of zoals Isabel van Lent schreef in haar Waardestelling   : "Er is sprake van architectuurhistorische waarde vanwege de typologie, zeldzaamheid en cultuurhistorische betekenis. Deze zit echter niet in een unieke of baanbrekende bouwmethode en/of ontwerp." 
Bewijs ontbreekt maar alles wijst erop, vooral punt 5, dat de lijnen tussen Flevo-landschap, de Commissie Welstand & Erfgoed en B&W van Almere kort zijn. In de brief van B&W van 2 maart 2022 staat niet het behoud van het voormalige dienstgebouw van de Rijksdienst IJsselmeerpolders centraal, niet de geschiedenis van het Werkeiland, niet de mogelijkheid voor toekomstige generaties Nederlanders om kennis te nemen van het eerste begin van de laatste IJsselmeerpolder, maar het belang van Flevo-landschap.
Helemaal bizar is punt 4. Behoud van het gebouw “biedt minder kansen om de betekenis van dit gebouw en de plek ervan goed vorm te geven en te presenteren aan een groter publiek”. Anders gezegd: door het te slopen kun je de betekenis van het gebouw beter presenteren. 

Dat Flevo-landschap een spic & span nieuw bezoekerscentrum wil, al was het alleen maar om te kunnen wedijveren met de twee die Staatsbosbeheer in de buurt heeft staan, is op zich te begrijpen. Maar dat kan ook zonder het voormalige dienstgebouw van de RIJP te slopen. Voor meer hierover zie tabblad oplossingen.

De huidige staat van het pand aan de binnenzijde 

De bouwkundige toestand binnen in het voormalige ambtenarenpension en de beheerderswoning is goed tot zeer goed. Een gebouw in verval? Niets van te zien - integendeel, zoals blijkt uit onderstaande foto's .


De gang over de lengte-as van het voormalige ambtenarenpension, kijkend in de richting van de beheerderswoning, aan het eind van de gang.

 

Deel van de voormalige beheerderswoning tussen de kantine (nu bezoekerscentrum) en het ambtenarenpension. 

 

 Twee beelden uit een ruimte die in gebruik was als slaapkamer voor hogere functionarissen van de Rijksdienst IJsselmeerpolders. 

 

 Ook het deel dat in gebruik is als bezoekerscentrum ziet er van binnen erg goed uit, nergens is bladderende verf of houtrot te bespeuren.

 

 De huidige staat van het pand aan de buitenzijde

Dat eigenaar Flevo-landschap nooit iets aan onderhoud van de buitenkant heeft gedaan is overduidelijk te zien, daardoor ging het eerste gebouw van Zuidelijk Flevoland bijna verloren - en dat was opzet. Maar het is nog niet te laat. Als Flevo-landschap het bedrag op tafel legt dat ze bespaarden door sinds 1996  ( toen ze het pand voor ƒ250.000,- kochten van Rijkswaterstaat) nooit te schilderen en zwakke plekken in het hout niet bij te werken, is de financiering van de restauratie al grotendeels rond.       

Wat is de situatie nu? Wie het echt wil weten gaat kijken en loopt rond het gebouw.     De verf bladdert aan alle kanten, kozijnen zijn hier en daar aan het rotten. In de jaren tachtig is bijna de hele buitenzijde voorzien van grote platen multiplex (of een daarop lijkende soort plaatmateriaal). Daar onder zitten de verticale latten waarmee het hele pand bij oplevering was bekleed. Op enkele plaatsen zijn die latten nog te zien. Ze waren natuurlijk veel mooier dan de platen, maar kennelijk was de staat dusdanig dat er iets tegenaan moest. In ieder geval moeten de platen worden verwijderd en alle latten. Dan komt er zicht op het staketsel van houten balken van de wanden. Daartussen moet isolatiemateriaal komen want dat ontbreekt nu. En dan nog een laag hard isolatiemateriaal over de balkenstructuur. En daar tegenaan nieuwe latten rondom, liefst van hardhout.
Het herstellen van de rotte delen van de kozijnen, soms zelfs complete kozijnen, is ook noodzakelijk. De bewegende ramen zijn van ijzer en grotendeels nog goed. Het dak en de omtimmering van de talrijke schoorstenen zijn van asbest. Dat is niet verboden maar als er toch wordt gerestaureerd kan dat asbest beter worden vervangen.  Verder zitten er dunne asbest platen tegen de buitenzijde van de fundamenten.  Ze zijn voorzien van veel kleine ronde gaten voor de luchtstroom onder de vloeren.  De verticale latten en de daar later overheen aangebrachte platen,  vallen net over deze asbest platen dus ze houden ook regenwater buiten het pand.  Het deel dat boven het maaiveld uitsteekt is zwart gemaakt met Paratol of iets vergelijkbaars. Deze platen zijn functioneel, niets wijst erop dat ze in verval zijn en ze kunnen waarschijnlijk gewoon blijven zitten.
Er is veel voor te zeggen om het schilderwerk helemaal terug te brengen naar de oorspronkelijke kleuren. Maar verder is er veel ruimte voor discussie en verschillende zienswijzen. Helemaal terug restaureren naar 1964, dus de verbouwing van 1985 - toen de indeling van het pensiongedeelte werd gewijzigd - ongedaan maken? Het antwoord heeft ook te maken met de toekomstige functie van het pand. Meer daarover bij oplossingen.

 Wat is Flevo-landschap nu van plan?

Hoe is de situatie rond De Trekvogel nu? Wat zijn de concrete plannen? Pogingen van het Platform Behoud De Trekvogel om daarover duidelijkheid te krijgen liepen op vrijwel niets uit. Op haast iedere vraag antwoordde Flevo-landschap op bitse toon dat ze dat niet wilden zeggen.
Er zijn aanwijzingen, maar er is geen zekerheid, dat Flevo-landschap al in gesprek is of is geweest met een architect of zelfs een projectontwikkelaar.
Onder omwonenden circuleerde in voorjaar 2022 het verhaal dat Flevo-landschap geen geld heeft voor het nieuwe gebouw en het wil laten bij sloop. Op de lege plek zouden dan wat picknickbanken worden geplaatst.
Feit is dat de opening van de nieuwbouw in mei 2021 werd aangekondigd voor voorjaar 2022. Dat ging niet door, al is onbekend waarom.
Op 24 oktober werd het bezoekerscentrum gesloten .   

Op 7 oktober 2022 stuurde het Platform, mede namens de zes deelnemende partijen twee identieke brieven aan Flevo-landschap - één aan directeur Ben Huisman, één aan voorzitster van de Raad van Toezicht Truus Sweringa - met het dringende verzoek de sloop voorlopig uit te stellen en een paar maanden tijd te nemen om te zoeken naar oplossingen.  Op 21 november ontving het Platform een reactie van interim directeur bestuurder  Jan Leentvaar. Op 6 december reageerden de zes organisaties die het Platform vormen en het Platform daarop met deze brief.  

Een  paar dagen na de sluiting op 24 oktober 2022   was de collectie (vooral opgezette beesten) verwijderd, al blijft het voormalige amtenarenpension nog in gebruik als dienstruimte voor Flevolandschap, zo lijkt het.
Flevolandschap schreef op hun site:
Ons bezoekerscentrum in Almere, De Trekvogel, is sinds 24 oktober 2022 gesloten. We werken aan een nieuwe bezoekersontvangst op deze locatie. De sluiting vanaf 24 oktober is nodig voor de verdere voorbereiding van de sloop. Eerder dit jaar besloot de gemeente Almere dat gebouw de Trekvogel als zodanig geen monumentale waarde heeft. Wanneer de sloop start, is nog niet precies bekend.
Over dat gemeentelijke besluit en de onzinnigheid daarvan, scroll naar boven en kijk bij 'Aanvraag gemeentelijke monumenstatus voor De Trekvogel'. 


Op de site van Flevolandschap staat verder :
Sinds maandag 24 oktober 2022 is het bezoekerscentrum voor langere tijd dicht, met het oog op de winter, de technische staat en de voorbereidingen voor de sloop. Het parkeerterrein en de picknickbanken blijven vooralsnog beschikbaar. [...] De nieuwbouwplannen zijn inmiddels in ontwikkeling. We hopen hier in 2024/2025 weer bezoekers aan het Lepelaarplassengebied en Nationaal Park Nieuw Land te kunnen ontvangen. 
Dat het gewenste nieuwe bezoekerscentrum volgens de verwachting/hoop van Flevolandschap pas twee à drie jaar na de sluiting van het oude bezoekerscentrum klaar is, zou kunnen betekenen, ook gelet op de rest van de tekst ("met het oog op de winter", "de technische staat"), dat de sloop niet heel spoedig gaat plaatsvinden en dat er nog tijd is om een beter plan te ontwikkelen.